Tot 1985 was de voorloper van het basisonderwijs de kleuterschool. Deze kleuterschool bestond uit twee klassen. De eerste klas was voor kinderen van vier of vijf jaar, dezelfde leeftijd als de kinderen die nu in groep 1 van het basisonderwijs zitten. De tweede klas van de kleuterschool was voor kinderen van 5 en 6, en deze klas is vergelijkbaar met groep 2 van de basisschool. Pas na de kleuterschool gingen de kinderen naar de eerste klas van de basisschool, wat tegenwoordig dus groep 3 is. In de Verenigde Staten hebben ze nog steeds een pre-school vooraf. In Nederland is tegenwoordig alles helemaal anders.

De peuterspeelzaal

Tussen de twee en vier jaar is het mogelijk om je kind een paar dagdelen naar de peuterspeelzaal te brengen. Dit is niet verplicht, maar vaak vinden de kinderen het erg leuk om met andere kinderen te spelen. Ze leren hier ook om samen te spelen. Daarbij leren ze om hun vertrouwen in andere mensen te ontwikkelen. De peuterspeelzaal is goed om de verstandelijke, motorische, en de taalontwikkeling te stimuleren. De kinderen worden geprikkeld tot creativiteit. Mocht het kind ergens een achterstand op hebben, dan kan dit vroegtijdig worden gesignaleerd.

De basisschool

Kinderen mogen vanaf vier jaar naar groep 1 van de basisschool. Ze zijn dan echter nog niet leerplichtig, dat zijn ze pas vanaf vijf jaar. Aan het eind van het jaar wordt er gekeken of het kind klaar is om door te stromen naar groep 2 en als dit niet het geval is, dan laten ze het kind vaak nog een jaar langer ‘kleuteren’. Tot de zesde verjaardag mag men een kleuter ook nog maximaal vijf uur per week thuishouden. Bijvoorbeeld als alles iets te vermoeiend is voor het kind. Natuurlijk moet dit wel overlegd worden met de schooldirectie. In groep 1 leren de kinderen weer nieuwe woorden en herkennen ze structuur in verhalen. De letters komen bekender voor, ze herkennen de kleuren en leren de dagen van de week. Ze stellen vragen en ze leren tellen. Ze bouwen, stapelen en begrijpen begrippen zoals vandaag en gisteren. De kinderen worden ook een stuk socialer.

In groep twee leren ze klanken herkennen en kunnen ze al wat langer luisteren. Zelfs rijmen gaat ze vaak goed af. Ze herkennen de cijfers 1 tot en met 10 en vaak kunnen ze al op een eenvoudige manier optellen of aftrekken. Ook raken ze vertrouwd met de seizoenen en de vormen.

Het echte werk

In groep 3 begint het echte werk, de tijd van spelen is voorbij. De kinderen leren lezen en schrijven, en krijgen leerstof op allerlei vlakken. Dit gaat zo door tot en met groep 8. Hierna kunnen ze aan het voortgezet onderwijs beginnen. Tegenwoordig lopen de kinderen vaak voor op verschillende punten. Met name door de digitale mogelijkheden die ze al vroeg hebben, leren ze thuis ook al veel. Maar ook als kinderen moeite met bepaalde lesstof hebben zijn er tegenwoordig apps of computerprogramma’s die ze hierbij kunnen helpen. Geef het kind bijvoorbeeld een refurbished imac om zelf alles te ontdekken.